Geplaatst op 2 reacties

Autogebed

Bidden. We voelen allemaal dat het belangrijk is, maar het kan soms zo moeilijk zijn. Misschien omdat je omstandigheden zwaar zijn, misschien omdat praten met een vriend simpelweg realistischer is, maar ik vond het vooral moeilijk omdat ik niet goed wist hoe. En als je het zelf al niet weet, hoe leer je het je kinderen dan?

Toen mijn kinderen heel klein waren worstelde ik daar veel mee. Ik had het gevoel dat ik iets moest meegeven qua gebed, maar wat. Bidden voor het eten? Maar het was altijd zo hectisch aan tafel. Ik was al blij als ze zaten en er gegeten werd. En wat bid je dan? En bid ik dan of laat ik ze zelf bidden?

Ik worstelde ermee, verwachtte van mezelf dat ik het kon oplossen. Voelde me rot dat het niet echt lukte. Toen liet ik het gaan. Dan maar niet. Wel ging ik zelf steeds meer bidden, in mijn bed op mijn eigen kamer. Hoe meer ik bad, hoe meer ik een diepere relatie met God ontwikkelde. Toen de oudste naar school mocht, werden de ochtenden thuis ingewikkelder. Iedereen moest op tijd aangekleed zijn, gewassen en gegeten hebben. Het was een gestress. Zaten we eindelijk in de auto (oké we woonden op 5 min afstand van school) was mijn geduld tot een minpunt gedaald. Er werd gemopperd en geschreeuwd vanaf de achterbank en ik werd er gek van. Met de dag bouwde de spanning op. Tot ik het niet meer hield. Ik riep “wacht, stil. We gaan het anders doen.” De kinderen keken me vol spanning aan. “Mama gaat eerst bidden.” En ik bad. Hardop. In de auto. Ik bad voor rust en geduld en voor een fijne dag. Een last viel van mijn schouders. Een rust daalde neer. En dit bleven we doen. Dag in dag uit. Tot mijn oudste ook wilde bidden in de auto. Een paar weken later volgde de middelste. En nog een paar weken later brabbelde de jongste een gebed. Dit was zo mooi. Gewoon door te doen. Door voor te leven. Leerde ik mijn kinderen bidden.

Inmiddels zijn we verhuisd en wonen we nog dichter bij school. We gaan iedere ochtend lopend naar school. Ons gebedsmoment is verplaatst naar de avondmaaltijd. Alle kinderen bidden. Eén voor één (wie als eerst mag, zorgt nog wel eens voor strijd). Ze nemen ieder hun dag uitgebreid door met God. En wij mogen er van meegenieten.

Je kind leren bidden. Het hoeft niet moeilijk te zijn. Bouw aan je eigen relatie met God en begin gewoon te praten.

Aisha Meel, oprichtster van de Wonderwolk. Moeder van 3 prachtige kids (Livia (7), Joëlle (5) en Timeon (4)), creatieveling met een doctoraat in de Medische wetenschappen (waar ze niks meer mee doet), maar vooral vurig verlangend naar Gods liefde en nabijheid. Haar wens is om zoveel mogelijk kinderen en ouders dichterbij God te brengen.

Aisha Meel, oprichtster van de Wonderwolk.
Moeder van 3 prachtige kids (Livia (8), Joëlle (6) en Timeon (5)), creatieveling met een doctoraat in de Medische wetenschappen (waar ze niks meer mee doet), maar vooral vurig verlangend naar Gods liefde en nabijheid. Haar wens is om zoveel mogelijk kinderen en ouders dichterbij God te brengen.

Mijn gebedenboekje om in te kleuren en schrijven

Met dit gebedenboekje help je jouw kind te leren bidden. Al vanaf heel jong kan je dit boekje gebruiken. Je hoeft er namelijk niet in te schrijven, maar kan er ook in kleuren of plakken.

Geplaatst op 3 reacties

Oorverdovende stilte

Daar zit ik dan. Op de bank, met mijn Bijbel, gebedsschriftje en een lied in mijn hoofd. Ik besluit het meteen maar op te zoeken: In deze stilte, van Sela. 

Ik kijk naar buiten en zie een dik pak sneeuw. Ik hoor vogels fluiten. De stilte in de woonkamer is oorverdovend. Wat is dit lang geleden. Bijna acht weken lang hebben we hier met z’n zessen geleefd, gewerkt, geleerd, gehuild, getroost, gevierd, gelachen en gedanst. 

Schoolsluiting

Op 16 december is de tweede schoolsluiting een feit. Alleen samen krijgen we corona onder controle. Ook de basisschoolkinderen moeten eraan geloven. De twee dagen voor de kerstvakantie rommelen we wat aan. De schooltaken bestaan voornamelijk uit het digitaal herhalen van de aangeboden lesstof van de weken daarvoor. De kinderen redden zich er prima mee. Tussen de bedrijven door pakken we dozen uit want ja, we zijn vier dagen ervoor verhuisd. Daarna wordt het vakantie. We genieten van elkaar, van het nieuwe huis, van spelletjes, van een paar (raam)bezoekjes en van de feestdagen. Ook is er in huis nog genoeg te doen. 

Positief

Begin januari zijn we weer klaar voor een nieuwe schoolweek met onderwijs-op-afstand. Op maandag maken we een vliegende start. Op dinsdag gaat het mis; een van mijn jongens is moe, heeft te weinig energie voor zijn schooltaken. Hij heeft ook een raar hoestje. En hij is niet de enige. Dus ik rijd heen en weer van teststraat naar teststraat, krijg uitslag na uitslag. Op donderdagochtend om half negen is het raak: een van de jongens blijkt positief. Nooit gedacht dat zo’n mooi woord nog eens zo’n nare lading zou krijgen. Ik heb tijd nodig om dit bericht te verwerken. Met wie hebben we contact gehad? Hoe gaan we dit aanpakken? Wat is het beste voor mijn dappere zoon, maar ook voor de baby in mijn buik? En ik vraag me af: hoe kan het dat (alleen) hij besmet is geraakt, terwijl hij in de afgelopen weken niet op school is geweest en bijna niemand heeft gezien? Ik bel met de GGD, met de verloskundige, de assistente van de huisarts belt mij en de afdelingsleider van de school van mijn pubers ook. 

De weken die volgen zijn er twee in quarantaine. De hulptroepen staan klaar en het is hartverwarmend om te ervaren dat er zoveel mensen zijn op wie je een beroep kunt doen als niet alles vanzelf gaat. 

In het begin voelt het gek. Opgesloten zitten in je eigen huis. Maar het went. We werken door, we leren door, degenen met klachten herstellen. Alleen mijn zoon met een positieve test op zijn naam blijft ziek. De hoofpijn wordt enorm. En dan… na negen dagen lijkt het beter te gaan. Goddank. Maar de vermoeidheid blijft. En de hoofdpijn steekt ook regelmatig de kop op.  

De besmettelijke fase is voorbij en de overige vijf gezinsleden melden zich weer bij de teststraat. Allemaal negatief. We danken God opnieuw. En verwonderen ons erover dat dit woord zo’n positieve lading heeft gekregen. 

Ik geniet extra van een ritje op de fiets, van een bezoekje aan de supermarkt. De opnieuw verworven vrijheid voelt heerlijk. 

Weer naar school

Vandaag is het dan zover. De jongste twee mogen weer naar school. Met strenge regels m.b.t. mondkapjes, sociaal verkeer, testen bij klachten en quarantaine. Maar toch. Wat fijn voor hen om hun klasgenoten weer te zien. Wat fijn dat ze weer uitleg krijgen van hun eigen meester of juf. Wat goed dat ze weer kunnen spelen met leeftijdgenootjes en meer sociale ervaringen kunnen opdoen dan thuis. Wat fijn dat ik weer tijd heb voor mijn werk, zodat ik nog wat mooie plannen kan uitvoeren voordat mijn verlof begint. Wat fijn dat ik weer gewoon mama kan zijn, en niet ook nog juf. Want juf en mama tegelijk is best leuk maar soms ook ongelooflijk ingewikkeld. 

Ik geniet van de stilte. Ik geniet van Gods nabijheid. Ik geniet van het mooie lied: Geef ons Uw vrede in deze stilte, breng onze onrust tot rust. Ik moet bekennen: ik ben geen held in loslaten. Hoe zou het met mijn schatjes gaan? Zouden ze het fijn vinden om weer op school te zijn? Zou het een rare ervaring voor hen zijn dat ze alleen contact met kinderen uit hun eigen klas mogen hebben? Dat ze groep 7 en 8 en alle juffen en meesters met een mondkapje zien rondlopen? Hoe gaat mijn zoon het redden, die nog zo vaak moe is van de coronabesmetting die hem trof? 

Ik bid. Ik bid voor mijn kinderen. Ik bid dat het goed voor hen zal zijn om weer op school te zijn. Dat ze fijne contacten met klasgenoten zullen hebben. Ik bid dat mijn zoon genoeg energie heeft om het in ieder geval een stuk van de dag vol te houden. Ik bid voor de leerkrachten, die nu misschien nog wel een ingewikkelder taak hebben dan starten na een zomervakantie. Ik bid voor de directeur die deze hele operatie in goede banen moet leiden.  

Hoewel ik geniet van de rust, mis ik mijn kinderen ook. Ik realiseer me: ik moet mijn kinderen loslaten, maar God houdt hen vast. Hij is bij hen, ook nu. Wat een zegen! 

Als ik amen zeg, gaat de deur open. ‘Mam, ik moet een tafel maken van papier en ik krijg de poten er niet aan vast. Kun je me helpen?’ Mijn eersteklasser zet me weer met beide benen op de grond. Terwijl ik mijn computer aanzwengel, trotseer ik de volgende uitdaging. 

God helpt ons loslaten door gebed

Je mag je kind elke dag weer in Gods handen leggen. Hij zal je helpen om steeds meer op Hem te vertrouwen, als je je tot Hem richt. Het familie gebedsdagboek helpt je om elke dag bewust te danken en bidden voor je gezin.

Adriëlle Schouten, oprichtster van Zing in de Kring.
Moeder van vier levenslustige zoons (Joël (14), Micha (12), Jefta (10) en Gideon (7)) en een dochter-on-the-way.
Achtergrond als juf en orthopedagoog. Schrijft Bijbelse liedjes voor jonge kinderen en verlangt ernaar om kinderen door muziek en spel Gods liefde te laten ervaren.